Nederlands Genootschap Sociale Zekerheid
Platform voor dialoog

Symposium: ‘Rechtvaardige prijs of prijs voor rechtvaardigheid?’
Algemeen

Het stelsel van Toeslagen is complex. Het gewenste niveau van inkomensondersteuning kan ook worden bereikt door regelingen samen te bundelen. Het kabinet stelt voor zo’n huishoudenstoeslag in 2017 in te voeren. Maar is dat wel rechtvaardig? Hierover ging een symposium dat op 21 november jl. werd gehouden in de Eerste Kamer.

Aanleiding symposium

Op dit moment wordt in Nederland veel geld rondgepompt. Door stroomlijning, bundeling en vereenvoudiging van de toeslagen via de invoering van één huishoudentoeslag zou het aantal rechthebbenden van een toeslag fors teruggebracht kunnen worden. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal toeslagen: maar liefst 4,6 miljoen huishoudens in Nederland ontvangen één of meer toeslagen (exclusief kinderopvangtoeslag). De Commissie inkomstenbelasting en toeslagen (Commissie-Van Dijkhuizen) meent dat het huidige stelsel te complex is geworden en dat het gewenste niveau van inkomensondersteuning ook kan worden bereikt door regelingen samen te bundelen in één huishoudentoeslag. Het kabinet wil zo’n huishoudenstoeslag in 2017 in te voeren, zij het dat daarbij een miljard euro aan bezuiniging wordt ingeboekt.

Bron: Commissie inkomstenbelasting en toeslagen

Eén huishoudenstoeslag: rechtvaardig?

Via de instrumentele inzet van toeslagen en heffingskortingen is de afgelopen jaren een complex financieel tweerichtingsverkeer ontstaan tussen huishoudens en de schatkist. De belastingtarieven zijn hierdoor hoger dan nodig. Daarom is de afstemming van inkomenspolitieke instrumenten integraal onder de loep genomen door de Commissie inkomstenbelasting en toeslagen. Het voorstel is om toeslagen en heffingskortingen samen te laten smelten tot één globale regeling voor inkomensondersteuning van huishoudens. Op basis van een aantal criteria (inkomen, aantal kinderen, wel of geen huurhuis, wel of geen zorgverzekering) krijgt de burger recht op forfaits die opgeteld zijn huishoudenstoeslag vormen. Er geldt vervolgens een uniform inkomensafhankelijk afbouwtraject. Het aldus terugdringen van het aantal regelingen en toeslaggerechtigden draagt bij aan de gewenste vereenvoudiging van het stelsel. Mits slim vormgegeven, sorteert zo’n hervormingsoperatie positieve welvaartseffecten. Volgens het Centraal Planbureau levert het belastingplan van de Commissie Van Dijkhuizen 142 duizend banen op.

Hervorming past binnen de centrale doelstelling van het sociaaleconomische beleid - de bevordering van de totstandkoming van een evenwichtige inkomensverdeling. De overheid heeft op dit gebied volgens de Grondwet een expliciete verantwoordelijkheid. Artikel twintig, eerste lid, stelt: “De bestaanszekerheid der bevolking en de spreiding van wel-vaart zijn voorwerp van zorg der overheid.” Waar de bestaanszekerheid wordt gegarandeerd door de bijstand, is het stelsel van belastingen en toeslagen in belangrijke mate bepalend voor de wijze waarop en de mate waarin de materiële welvaart boven het bestaansminimum wordt herverdeeld.

Een belangrijk dilemma bij het herverdelen van inkomen is de afruil tussen gelijkheid en doelmatigheid. Naarmate de inkomensverschillen kleiner worden, loont het minder om zich een hoger inkomen te verwerven. Mensen gaan daardoor minder uren werken, doen minder hun best om hogerop te komen, investeren minder in hun opleiding en vaardig-heden, en kiezen vaker voor non-participatie. Op deze manier leidt herverdeling tot een kleinere economie, minder belastingopbrengsten, en minder materiële welvaart. Het is de uitdaging van de politiek om hierin een balans te vinden.

Sprekers symposium

Peter Hein van Mulligen van het Centraal Bureau voor de Statistiek gaf een overzicht van de inkomensverdeling in Nederland. Hij liet zien dat de sociale premies en belastingen nivellerend werken (progressief zijn) en dat met name lage inkomens vaker afhankelijk zijn van uitkeringen en toeslagen.

Vervolgens gaf Koen Caminada een toelichting op het belastingrapport en het voorstel om te komen tot één huishoudenstoeslag. Hij liet zien wat de mogelijkheden zijn om toeslagen en andere (fiscale) regelingen te bundelen met bestaande uitkeringen en subsidies. De Commissie-Van Dijkhuizen stelt een viersporenaanpak voor (zie figuur 1): (i) maak helder onderscheid tussen de stimulering van arbeidsparticipatie en inkomensondersteuning, (ii) bundel vervolgens alle instrumenten via één huishoudenstoeslag, (iii) dat zal leiden tot minder rondpompen van geld en gaat fraude tegen, en (iv) stem tot slot de toeslagen en heffingskortingen beter op elkaar af.

Mark Roscam Abbing, directeur Arbeidsmarkt en Sociaal-Economische Aangelegenheden bij het Ministerie van SZW, gaf zijn visie op het rapport, en dan met name op het voeren van inkomenspolitiek. Hij liet zien dat Nederland een relatief vlakke inkomensverdeling heeft. De inkomensontwikkeling en de vermogensontwikkeling van ouderen zijn de afgelopen tien jaren gemiddeld relatief gunstig geweest. Voor hen is de kans op armoede fors gedaald. Roscam Abbing constateert een gat tussen politiek Den Haag en de beleving van burgers bij het voeren van inkomenspolitiek. Het optimum zou gezocht moeten worden in het bevorderen van de participatie en de ondersteuning van de zwakkeren in de samenleving (bij gegeven collectieve uitgaven). Dat roept de vraag op waarom Nederland zoveel instrumenten inzet om slechts een paar doelen te bereiken. Het voorstel van de Belastingcommissie gaat wat hem betreft dan ook in de goede richting.

Jasja Bos van het Nibud sprak over de budgetvoorlichting die nodig zal zijn bij de invoering van één huishoudenstoeslag. De toeslagen dragen fors bij aan het totale budget van de lage inkomens. Budgetvoorlichting richt zich op het bevorderen van de financiële zelfredzaamheid, het grip krijgen op de eigen financiële situatie, een goed inzicht in de inkomsten en uitgaven, persoonlijk budgetadvies en de hulp van professionals die kunnen wijzen op het recht en de werking van inkomensondersteuning. Om rond te komen met een laag inkomen moet aan drie voorwaarden zijn voldaan: het goed kunnen omgaan met geld, het aanvragen van inkomensondersteuning (toeslagen) en er mogen geen hoge persoonlijk onvermijdbare uitgaven in het huishouden zijn. Bos concludeert dat de voorgestelde huishoudenstoeslag een zeer bruikbare aanbeveling is, omdat het stelsel minder complex wordt en de inkomenspolitiek meer samenhangend zal zijn.

Figuur 1 Schematische weergave stelsel van inkomstenbelasting en toeslagen

Bron: Commissie inkomstenbelasting en toeslagen

Politici

Na de pauze mengden politici zich in de paneldiscussie onder leiding van Tof Tissen (voorzitter NGSZ en senator voor GroenLinks). Farshad Bashir (SP), Norbert Klein (50PLUS) en Pieter Omtzigt (CDA) gaven hun reactie op het rapport. Zij waren eensgezind: de instrumentele inzet van de fiscaliteit is de afgelopen jaren doorgeschoten en verworden tot een complex financieel tweerichtingsverkeer tussen huishoudens en de schatkist. Het is goed dat alle kortingen en toeslagen nu integraal onder de loep zijn genomen. Stroomlijning tot een voor burgers overzichtelijk geheel is gewenst. Over de precieze vormgeving van de globale inkomensregeling werd – zoals verwacht – verschillend gedacht. Maar het idee om op basis van een aantal objectieve criteria (aantal kinderen, wel of geen woontoeslag, wel of geen zorgverzekering) de burger het recht te geven op forfaits die opgeteld zijn toeslag vormen, wordt breed ondersteund.

Auteur: Koen Caminada, Hoogleraar Empirische analyse van fiscale en sociale regelgeving, Universiteit Leiden, Lid Commissie Inkomstenbelasting en toeslagen


Terug naar overzicht