Nieuwe verhoudingen: wie zorgt voor wie?
Nieuwe verhoudingen tussen staat, stad en burger
Het bestuursakkoord over de Wet Werken naar Vermogen maakt duidelijk dat het Rijk zich verder terugtrekt. Men gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid van burgers om zichzelf te kunnen redden in de maatschappij en het vertrouwen in de lagere overheden om in de uitvoering daar vorm aan te geven. Forse bezuinigingen worden zo doorgevoerd op de bijstand, de dienstverlening voor werkzoekenden en de zorg voor hulpbehoevenden in de samenleving. Nieuwe verhoudingen tussen staat, stad en burger zijn met regelmaat van de klok onderwerp van gesprek en bieden voer voor pittige discussies. Met een terugdringende beweging van de overheid, is het van belang dat andere partijen de verantwoordelijkheden voor zorg en participatie in de maatschappij overnemen. De verantwoordelijkheid voor een goed draaiende maatschappij is uiteraard niet enkel de taak van de overheid. De vraag is: wie pakt de handschoen op?
Vooralsnog lijkt er vooral gesproken te worden over de hernieuwde rol die de gemeenten moeten gaan spelen om de minderbedeelden van Nederland te ondersteunen. Maar gemeenten zijn toch niet de enige partij die soulaas kan bieden? Er wordt gesproken over burgerkracht. Waarom blijven we investeren in instanties en systemen, die met name zichzelf draaiende weten te houden? Op deze manier ontvangen de burgers die het nodig hebben maar een fractie van de middelen die door overheden aan hen beschikbaar worden gesteld. Is het niet logischer de financiële middelen beschikbaar te stellen aan burgerinitiatieven en instanties die kunnen bewijzen dat het geld effectief besteed wordt? Ook de rol van bijvoorbeeld zorgverzekeraars kan worden vergroot. Zorgverzekeraars hebben als geen ander verstand van de kosten die het Nederlands zorgstelsel met zich meebrengt en welke middelen ervoor nodig zijn om deze kosten te kunnen financieren. Zorgverzekeraars zien met name heil in preventieve maatregelen. Nu investeren in preventie kan de zorguitgaven in de toekomst beperken. Bijvoorbeeld door in kaart te brengen welke factoren later medische beperkingen veroorzaken en invloed uit te oefenen op deze factoren. In één woord, zorginnovatie.
Het debat over de bezuinigingen in de overheid alleen maar voeren door te klagen over deze bezuinigingen heeft geen zin. Het is de taak van burgers en private partijen (zoals werkgevers en verzekeraars) om de handschoen op te pakken en te onderzoeken hoe zij een rol kunnen spelen om de problematieken als gevolg van demografische ontwikkelingen en economische crises aan te pakken. Gelukkig blijkt in praktijk dat de handschoen voorzichtig wordt opgepakt, zij het, nu nog versnipperd. Voorbeelden hiervan zijn de aanpak van zorgverzekeraars en burgerinitiatieven.
Indien ook andere partijen de krachten bundelen: bijvoorbeeld werkgevers, brancheorganisaties en welzijnstellingen, kan de gemeente haar werkzaamheden op het gebied van (financiële) ondersteuning aan burgers meer en meer afbouwen. Het is tijd voor een collectieve aanpak.
Suzanne Vet is als verenigingsmanager werkzaam bij Wissenraet Van Spaendonck op het gebied van arbeidsrecht en sociale zekerheid voor onder andere het Nederlands Genootschap voor Sociale Zekerheid (NGSZ).
Door Suzanne Vet, uit Sociaal Bestek nummer 10, oktober 2011
Sociaal Bestek nummer 10, oktober 2011
Terug naar overzicht